WANDELING
Een beetje schuchter komt ze aangewandeld. S. Haar schouders zijn hoog opgetrokken, haar gezicht wat bleek en haar hoofd wijst naar beneden. Op mijn verzoek sluit ze vandaag aan bij de vrijdag ochtend wandeling. Spannend. Wandelen met mensen die je nog niet kent. Zeker als je hoofd zo vol zit met onrustige gedachten. Ik begroet haar vriendelijk en laat haar weten dat ik trots ben dat ze de stap gezet heeft. Het gaat haar goed doen, daar ben ik van overtuigd. Ze moet er even doorheen, een ervaring opdoen die over een uurtje aanvoelt als een succesverhaal. De lucht is strakblauw en een waterig zonnetje doet vanochtend haar best de wereld zonnig te kleuren. Het wordt lente en dat voel je. Omdat er bij de vrijdag ochtend wandeling altijd een verscheidenheid van mensen aansluit begin ik kort te vertellen met wie we vandaag allemaal wandelen. We wandelen een mooie route over de heide. “A. wil jij je vertellen hoe je je voelt vandaag?” Burn-out speelt haar parten. Dit heeft invloed op haar energieniveau. A voelt vaak spanningen,zeker als de structuur van de dag anders verloopt dan dat ze in gedachten had. We praten erover. De wind is wat guur maar een prachtig metafoor. Waai eens mee met de wind. Met andere woorden laat je dag ook eens waaien. Verzet je er niet tegen maar ontvang wat je aandient. De wind waait door je haar en geeft verlichting in ons brein. Laat de gedachten en angstgevoelens voorbij waaien. De wind neemt ze mee. Zo ontstaat er ruimte om de nieuwe dingen op je pad als uitdaging op te pakken. A. verzacht en ik zie onze nieuweling gespitst luisteren. Ze herkent wat er wordt gezegd. Even staan we stil om te zien dat de natuur ontwaakt. Het prille groene blad aan de bomen. Dat sneeuwvlokje wat sierlijk met de wind meewaait. De natuur is flexibel. Past zich aan. Langzaam ontwaakt het uit een diepe slaap. Zo ook mijn wandelgezelschap. Verhalen worden gedeeld. Situaties worden herkent. Gevoelens en gedachtes worden besproken. S praat mee. De strakheid in haar gezicht verzacht. Kijkt om zich heen en haar schouders zakken langzaam naar een minder gespannen houding. Midden op de hei doen we een korte oefening. Deze heeft alles te maken met de bel die jouw beschermt. We staan stil bij de cocon waarin jij je veilig voelt. Hoe groot moet die zijn. Is die elke dagen hetzelfde en stap jij daar ook elke dag bewust in? Of ben jij op sommige dagen,een aantal momenten of in bepaalde situaties een open wond? Het is een bewustwordingsoefening. De wandeling vervolgt en we lopen een stuk bos in. Dichtgegroeid. Bomen staan naast elkaar en de zonnestralen van zojuist krijgen hier geen kans zich te laten zien. ‘Wie voelt zich zich zo donker,opgesloten? Wat doet dit met je na de weidse ruimte van zojuist? Opnieuw ontstaat er een gesprek. Herkenning in donkere gedachten, het gevoel hebben opgeslokt te worden. Wat kun je doen als z’n dag je overvalt? Wat heb je dan nodig. Ervaringen worden uitgewisseld. We naderen langzaam weer ons startpunt,het einde van de wandeling. Als ik naar de groep kijk zie open gezichten, heldere ogen en voldoening en opluchting. De wandeling heeft een ieder goed gedaan. “ Hoe voel jij je nu?” .